Het verschil tussen geraffineerde en ongeraffineerde suikers

  • Geplaatst op
  • Door Rosanne
  • Geplaatst in Suiker
Het verschil tussen geraffineerde en ongeraffineerde suikers

Er bestaan ontzettend veel manieren om voeding te zoeten, waarvan je er vast een paar kent. Twijfel je wel eens welk zoetmiddel het beste is? Of wil je graag weten waarom wij bepaalde zoetmiddelen gebruiken? Lees dan vooral verder.

Er bestaan ontzettend veel manieren om voeding te zoeten, maar wat is nou het beste voor jouw kleine? En waarom kiezen wij voor bepaalde zoetmiddelen in onze producten? Je leest het in deze blog.

 

Zoetmiddelen worden aan veel voedingsmiddelen toegevoegd, omdat ze een lekkere zoete smaak geven. Ook geven ze textuur, kleur en houdbaarheid. Voorbeelden van zoetmiddelen zijn:

● Kristalsuiker
● Ruwe rietsuiker (oerzoet)
● Kokosbloesemsuiker
● Appelsap
● Honing
● Dadelstroop
● Agavesiroop
● Zoetstoffen

 

De Kleine Keuken gebruikt de meeste van deze zoetmiddelen niet, want wij gebruiken namelijk alleen ongeraffineerde suikers. Dat zijn suikers die zo min mogelijk bewerkt worden, en daardoor staan ze nog dicht bij de natuur. Deze suikers zijn vaak bruinig van kleur, ruiken naar het oorspronkelijke product én hebben ook nog de smaakstoffen in zich die in het oorspronkelijke product zaten. En, wat wij mega belangrijk vinden, ze bevatten vaak nog mineralen, vitamines en andere bouwstoffen.

 

Kijk maar eens naar appelsap: de geur, kleur en smaak doen je denken aan appels. Doordat deze geur-, kleur- en smaakstoffen nog in het zoetmiddel aanwezig zijn, is het voordeel dat daardoor ook andere stoffen aanwezig zullen zijn, zoals mineralen, vitamines en bioactieve stoffen.

 

Omdat er weinig wetenschappelijke onderzoeken naar zijn gedaan, is het wettelijk verboden hier gezondheidseigenschappen aan toe te dichten. Veel stoffen zijn namelijk nog niet bekend of niet te meten. Wist je dat de eerste vitamine pas in 1924 is ontdekt? Het is dus een relatief nieuwe wereld. Tevens kun je ook denken aan onmeetbare kwaliteiten, zoals de vitaliteit (levenskracht) van een ingrediënt. Wij willen je daarom zo veel mogelijk leren over de verschillen, zodat je zelf een mening kunt vormen.

 

Wij kiezen voor ongeraffineerde suikers

Wij kiezen vol overtuiging voor ongeraffineerde suikers. Want daar geloven wij in. Onze koekjes zijn gezoet met geconcentreerd appelsap, oerzoet of kokosbloesemsuiker. Geconcentreerd appelsap lijkt op appelstroop. En heb je kokosbloesemsuiker wel eens gezien? Je kunt het kopen in de supermarkt. Gebruik het eens tijdens het bakken; het geeft een heerlijk karamel-achtige smaak!

 

Ruwe rietsuiker wordt ook wel oerzoet genoemd. Dat is ingedampt rietsuikersap. Het is dus nog een stuk minder bewerkt dan kristalsuiker, of de rietsuiker die je misschien wel kent van bij de koffie in luxe restaurants. Het lijkt op kokosbloesemsuiker: donkerbruin, stoffig en met een sterke smaak.

 

Een vloeibare suiker (stroop, siroop of sap) maakt een koekje zacht, en dus perfect voor kleine kinderen. Een harde suiker, zoals kristalsuiker of kokosbloesemsuiker, maakt een koekje lekker knapperig. Je kunt het verschil goed proeven als je onze Zachte Koekjes vergelijkt met de nieuwe Haverkoekjes met Wortel & Pompoen! In de Haverkoekjes gebruiken we namelijk oerzoet (een harde suiker), waardoor het koekje lekker knapperig is.

 

Het belang van voedzame stoffen

Wij doen er alles aan om zo veel mogelijk voedzame stoffen in een koekje te doen, want elke hap moet boordevol voedingsstoffen zitten. We onderzoeken steeds of koekjes nog minder suiker kunnen bevatten. Zo hebben we nu zelfs koekjes met maar 5 gram suiker per 100 gram; dat is heel erg laag in suikers! Ze heten Mini Koekjes en zijn geschikt vanaf 8 maanden.

 

De Kleine Keuken kijkt niet alleen naar suiker. Want wist je dat de opname van suikers ook wordt beïnvloed door de overige ingrediënten? Als je voor koekjes kiest die gemaakt zijn met volkoren granen, dan bevatten deze veel complexe stoffen, zoals vezels. De suikers zitten daardoor deels klem tussen deze complexe stoffen. Dit betekent dat je lichaam meer moeite moet doen, en het langer de tijd nodig heeft om dit te verteren. Hierdoor komt de suiker langzamer vrij, en dat resulteert weer in een lagere bloedglucosepiek. Super dus!